De beelden zijn heiligen. Dit zijn mensen die zoveel mogelijk leefden naar het voorbeeld van Jezus. Elke heilige kan je herkennen aan de voorwerpen die ze bij zich hebben.
De preekstoel. Vroeger stond de priester hierop om uitleg te geven over het evangelie.
De paaskaars: het licht staat voor Jezus.
Het orgel en een glasraam.
Op glasramen vind je heiligen en verhalen uit de Bijbel. Stripverhalen van vroeger voor de mensen die niet konden of mochten lezen in de Bijbel.
Het altaar: rond deze tafel herdenken christenen het Laatste Avondmaal van Jezus en delen we brood en wijn.
de lezenaar: hier leest men voor uit de Bijbel
Achter de priester zie je het tabernakel. Daarin bewaart men de hosties.
Als je wil weten of er hosties in het tabernakel zitten, moet je kijken of het rode kaarsje brandt.
In de ciborie zitten de hosties.
het altaar
De priester besprenkelt iedereen eens met water. Op begrafenissen doet men dit met de kist. Op Palmzondag doet men dit ook over de mensen.
het wierookvat.
de kleding van de priester.
Vanaf zondag tot en met Kerstmis zal hij paarse kleding dragen.
de biechtstoel: als je fouten hebt begaan, kan je ze hier anoniem opbiechten aan de priester. Hij vergeeft je in Gods naam.
het doopvont: om bij de christenen te horen, laat men zich dopen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten