Dag jongens en meisjes,
Dit is een opdracht voor de derde graad. Jonger mag natuurlijk ook.
Lees de verschillende verhalen van de Goede Week. Het is de bedoeling dat jullie de informatie verwerken in een lapbook. Dit is een creatief boek die je zelf samenstelt en eigenlijk de korte samenvatting vormt van de teksten. Je hebt vrij spel hoe je dit aanpakt. Er wordt wel vaak gebruik gemaakt van allerlei vouwtechnieken.
Wat heb je nodig?
- Verschillende bladen papier die je vastmaakt aan elkaar als een boekje. 2 tot 4 A4-bladen zijn voldoende.
- Lijm
- Stiften
- Schaar
Wil je graag ook de voorbeelden van de eitjes,... voeg je dan toen aan mijn groepje, want ik kan de documenten hier niet plaatsen.
Veel succes!
groetjes en zorg goed voor jezelf en voor elkaar.
juf Stephanie
_____________
Het was voor Jezus een vreemde tijd. Meer en meer mensen leken te begrijpen wat Hij bedoelde. Ze wilden Hem volgen. Ze baden tot God zoals Hij hen had geleerd. Ze probeerden goed te leven. Ze waren blij met Jezus, blij met wat Hij hen had duidelijk gemaakt. 'Jij bent echt een man van God', zeiden ze. 'Dankzij Jou weten we wat God van ons verwacht.' Ze juichten Hem toe als Hij langskwam. Zoals op die keer, een week voor Pasen. Ze gingen naar Jeruzalem en twee van Zijn leerlingen hadden speciaal voor Hem een ezelsveulen gehaald, zodat Hij rijdend de stad kon binnentrekken. 'Ik kan toch gewoon lopen zoals altijd', had Jezus geprotesteerd. Maar Zijn vrienden lachten. 'Vandaag maken we er een feestelijke stoet van', zeiden ze. 'Wacht maar af!' Er stond een massa volk langs de kant van de weg toen Hij langskwam. Ze begonnen te zingen en te juichen. Ze zwaaiden met palmtakken en spreidden hun jassen uit over de weg. Uit volle borst zongen al Zijn vrienden een lied: ‘Gezegend de Koning die komt in de naam van God! Vrede en glorie in de hemel!’ Op Zijn ezelsveulen stapte Jezus ontroerd en blij tussen hen door. Maar een paar farizeeën spraken Hem aan: 'Je zou beter die vrienden van Je een beetje intomen. Wat zij zeggen is ongepast!' Jezus glimlachte naar hen. Arme mannen, dacht Hij, durf toch eens te geloven dat het beter wordt! 'Als Mijn vrienden zwijgen, dan zullen de stenen schreeuwen!' antwoordde Jezus. De farizeeën wendden kwaad hun blik af.
WITTE DONDERDAG
Een paar dagen later was Jezus met Zijn vrienden samen om de paasmaaltijd te eten. Het zou de laatste keer zijn dat ze samen zouden eten, dus Jezus wilde er iets speciaals van maken. Voordat ze begonnen te eten, deed Jezus een schort voor en goot water in een waskom. Hij knielde voor Zijn vrienden en begon hen één voor één de voeten te wassen. Hij droogde ze af met een doek. Stomverbaasd keken Zijn vrienden toe. Wat deed Jezus nu? Petrus sprong op. 'Nooit van mijn leven zul Jij mijn voeten wassen!'
Jezus lachte hem toe. 'Nu snap je misschien nog niet wat Ik bedoel, maar later zal het wel tot je doordringen. Laat Mij nu maar gewoon je voeten wassen. Ook al noemen jullie Mij 'leraar' en 'meester', toch kan Ik ook jullie dienaar zijn.’
Daarna gingen Jezus en Zijn vrienden aan tafel. Jezus sprak een dankgebed uit. Toen nam Hij brood in Zijn handen en brak het in stukken. Zijn vrienden werden stil. ‘We hebben samen veel meegemaakt’, zei Jezus. ‘Al die tijd hebben we samen rondgetrokken. Ik heb het beste van Mezelf gegeven om jullie over Mijn Vader te vertellen. Om net als Mijn Vader van alle mensen te houden. Zie je dit brood? Het wordt gebroken voor jullie allen. Ik ben dit brood, gebroken en uitgedeeld aan wie het nodig heeft.’ Jezus nam ook de beker met wijn. ‘En zie je deze wijn? Hij is rood als Mijn bloed. De wijn zal vloeien en uitgedeeld worden aan iedereen. Net zoals Mijn bloed zal vloeien. Zo gaat dat als je van mensen houdt. Zullen jullie zo verder blijven leven? En zullen jullie af en toe samenkomen om brood te eten en wijn te drinken, en te denken aan wat we samen hebben meegemaakt? Dan zal Ik bij jullie zijn, ook al zien jullie Mij niet.’ Zijn vrienden knikten. Ze kauwden op het brood, maar kregen het niet goed weggeslikt. Er zat een prop in hun keel. Ze wisten niet wat er precies boven hun hoofd hing, maar het klonk niet goed. Helemaal niet goed zelfs. ‘Eén van jullie zal Mij straks verraden en overleveren aan de hogepriester’, zei Jezus op het einde van de maaltijd. ‘Dat kan niet!’ riepen Zijn vrienden uit. ‘Wie zou zoiets doen?’ Maar Judas verdween stilletjes uit de kamer en ging naar de soldaten met wie hij had afgesproken. Hij zou Jezus verraden in ruil voor 30 stukken zilver. Jezus en Zijn vrienden trokken na het eten naar een olijventuin waar ze wel vaker de avond doorbrachten. Ook Judas kende die plek.
GOEDE VRIJDAG
Jezus was gearresteerd in de olijventuin waar Hij samen met Zijn vrienden de nacht had doorgebracht. Judas had de soldaten naar de plek geleid waar ze Hem konden vinden. Zonder veel woorden was Jezus met hen meegegaan. Zijn vrienden volgden op een afstand. Ze waren bang en ze wisten niet wat ze moesten doen. De soldaten brachten Jezus naar het paleis van Pilatus. Pilatus veroordeelde Jezus tot de kruisdood. Moe en gespannen stond Jezus te wachten. 'Laat Hem geselen!' zei Pilatus. De soldaten voerden Hem weg. Ze maakten er een spelletje van. Had die Jezus niet gezegd dat Hij de koning van de joden was? Dan zouden ze Hem eens als een echte koning behandelen, haha! Eén van hen haalde ergens een purperrode doek vandaan en gooide die over de schouders van Jezus. 'Kijk eens, onze koning heeft een echte mantel aan!' riep hij luid. Een andere soldaat vlocht van doornige takken op de binnenplaats een krans. Krijsend van plezier drukte hij die op Jezus' hoofd. De andere soldaten gierden van het lachen. Om de beurt liepen ze op Jezus toe. Ze maakten een overdreven diepe buiging en zeiden met hoge stemmen: 'Goedendag, koning van de joden!' Daarna sloegen ze Hem hard in Zijn gezicht.
Pilatus veroordeelde Jezus tot de dood op het kruis. Jezus trok door de straten van Jeruzalem, met de zware balk van het kruis op Zijn schouder. Toen ze bij een plek buiten de stad kwamen, maakten de soldaten Jezus vast op het kruis en trokken het kruis omhoog totdat het rechtop stond. De soldaten gooiden met dobbelstenen om Jezus’ kleding te krijgen. Jezus voelde alleen nog pijn. Hij kon bijna niet meer zien van de pijn. Vlak bij Hem stonden Zijn moeder en Zijn lieve leerling. Ach, Zijn hart brak toen Hij hun verdriet zag. Ze keken Hem aan, ze wilden Hem helpen, ook al waren ze machteloos. 'Moeder, dat is nu je zoon', zei Jezus tot Zijn moeder. En tot Zijn lieve leerling: 'Jongen, dat is je moeder.' Hij wist dat ze elkaar niet in de steek zouden laten. De soldaten staken een spons met zure wijn omhoog en maakten daarmee de lippen van Jezus nat. Het stilde Zijn schreeuwende dorst niet. De pijn werd er niet minder door. Ik ben aan het einde, dacht Jezus. Heel Mijn leven heb Ik gegeven wat Ik kon. Nu moet Ik alles loslaten. God, vang Mij op. Toen boog Jezus Zijn hoofd en stierf.
STILLE ZATERDAG
Dit is een dag van stilte en rouw. Familie en vrienden rouwen om de dood van Jezus.
PASEN
Geen opmerkingen:
Een reactie posten